h

Hulp bij het huishouden

28 maart 2011

Hulp bij het huishouden

Vanaf het moment dat Roos van Gelderen wethouder Jeugd, Zorg en Welzijn werd (mei 2010) is zij meteen aan de slag gegaan met de WMO en in het bijzonder met de hulp bij het huishouden.
Er werd toen al een paar jaar gewerkt met het zogenaamde Veilingmodel (DSM-model), waar veel klachten over waren. Doordat iedereen ieder jaar weer opnieuw 'geveild' werd, liepen mensen ook ieder jaar een extra risico om hun vaste hulp te verliezen omdat ze verplicht over moesten gaan naar een andere aanbieder.
Reden voor de SP om in het college-akkoord op te nemen dat we van dit systeem af zouden stappen.
Over dit systeem is nog meer informatie te vinden op de website van de SP Leiden.

Roos is meteen in overleg gegaan met de regiogemeenten, die samen met Leiden dit systeem hadden ingevoerd. Leiden nam het initiatief om een onderzoek uit te voeren naar ervaringen in het hele land met verschillende modellen, zodat een goede keuze voor een eventueel nieuw model kon worden gemaakt. Een praktijkonderzoek waarbij gekeken is naar inhoud, kwaliteit, maar ook de kosten van de verschillende modellen.

In de tussentijd zijn voor 2011 al grote veranderingen doorgevoerd. De groep van 85 jaar en ouder krijgt nu al de mogelijkheid om hun vertrouwde hulp te houden, net als de groep mensen die hulp B krijgen (dat is extra zorg voor mensen die zelf niet meer de regie over hun huishouden kunnen voeren). Deze groepen samen bestaan uit 40% van het totaal aantal mensen dat hulp bij het huishouden krijgt.

Er is nu nog geen besluit gevallen over hoe het verder moet in 2012 en verder (in tegenstelling tot in het stuk op de voorpagina van het Leidsch Dagblad van zaterdag 26 maart jl.). Roos van Gelderen heeft op basis van het onderzoek 4 varianten uitgewerkt, waar de gemeenteraad uiteindelijk een keuze in moet maken. De vier varianten zijn:
1. het huidige model (2011, zie hierboven)
2. het huidige model nog verder aangepast
3. het convenant-model (ook bekend als Raalte-model, onlangs door gemeente A'dam besloten op dit systeem over te gaan)
4. het catalogus-model

Wat betreft model 2 betekent het dat we wel dit systeem houden, maar met nog veel verdergaande aanpassingen: zo wordt er een minimum uurprijs gehanteerd (zoals het Zeeuws Model), wordt er niet jaarlijks geveild maar 1x in de twee jaar, met een mogelijkheid tot verlenging met nog eens twee jaar, wordt de puntentelling nog verder aangepast zodat er nog minder kans is om je vaste zorgaanbieder te verliezen. Bovendien blijven de aanpassingen zoals die nu al bestaan (zie boven) ook hier gelden.

Modellen 3 en 4 komen het meest tegemoet aan de eis van 100% keuzevrijheid voor cliënten. Vooral het convenant-model is aantrekkelijk, omdat er ook een verbinding wordt gemaakt met eventuele thuiszorg via een zorgplan. Ook Roos van Gelderen vindt dit inhoudelijk het beste model. De modellen zijn echter ook duurder. Het scheelt een paar ton per jaar met het verder aangepaste veilingmodel. We weten dat vanwege de vergrijzing er een toename zal zijn van gebruik van huishoudelijke hulp, waarbij we rekening moeten houden van een bedrag van 8 à 9 ton per jaar extra in 2014.
Deze financiële consequenties hebben het college ertoe gebracht de raad voor te stellen toch met het huidige model door te gaan. Wel flink aangepast, waardoor de negatieve consequenties voor de mensen die gebruik maken van hulp bij het huishouden zo minimaal mogelijk zijn geworden.

Natuurlijk moet er voor goede zorg ook betaald worden. Maar het is voor de komende jaren ook belangrijk dat er voor alle vormen van zorg voldoende middelen zijn. Naast hulp bij het huishouden is dat bijvoorbeeld ook geld voor mantelzorg, en niet in de laatste plaats om de bezuinigingen op de AWBZ op te vangen.
Het eind van de bezuinigingswoede van de huidige regering is helaas nog niet in zicht.

Het voorstel met de 4 modellen wordt in de commissie Onderwijs en Samenleving van 14 april a.s. besproken. In de Raadsvergadering van 21 april zal er uiteindelijk een definitieve keuze worden gemaakt.

U bent hier