h

Op weg naar Gemengde scholen: Rapport

6 september 2004

Op weg naar Gemengde scholen: Rapport

Inhoudsopgave:
1. Inleiding
2. De cijfers
3. Beleid en Mechanismen
4. Voorbeelden
5. Voorstel

1. Inleiding

In de Nederlandse politiek heeft een grote omslag plaatsgevonden in het denken over integratie. Tot voor kort hadden de meeste politieke partijen geen moeite met het bestaan van zwarte scholen; deze zouden immers net zo goed presteren als witte scholen. Problemen op zwarte scholen aankaarten werd door velen gezien als stigmatiserend. Bijna 70% procent van de Nederlanders vindt het belangrijk dat allochtone en autochtone kinderen gespreid worden over de scholen (onderwijsmeter 2004). Ook in Leiden staan vrijwel alle partijen positief tegenover gemengd onderwijs.

De SP heeft sinds de jaren tachtig betoogd dat gemengde wijken en scholen van belang zijn voor de integratie en voor het mogelijk maken van gelijke kansen voor kinderen en dat daarom een gericht beleid nodig is. Helaas is daar tot nu toe weinig van terechtgekomen, waardoor de segregatie in wijken en op scholen gestaag heeft kunnen groeien. In deze notitie doen wij een aantal voorstellen om de segregatie tegen te gaan.

Wij zijn ons ervan bewust dat de problematiek rond witte en zwarte scholen niet eenvoudig is op te lossen. De segregatie is het gevolg van ons specifieke onderwijsstelsel en van het gebrek aan politieke sturing en uiteraard van de witte vlucht. Vooral de laatste jaren is er een groeiend aantal zwarte en witte scholen ontstaan. Ter illustratie: in 1997 waren er nog 450 zwarte scholen, inmiddels zijn het er meer dan 600. Daarbij geldt dat zwarte scholen niet uitsluitend het gevolg zijn van zwarte wijken. Er zijn evengoed gemengde wijken waarin uitgesproken zwarte en witte scholen staan.

Het is een misverstand dat allochtonen geen bezwaar hebben tegen zwarte scholen. Dat blijkt uit onderzoeken en praktijkvoorbeelden. Illustratief is een actie in Deventer, waar Turkse ouders actie voerden voor beter onderwijs voor hun kinderen. Zij vonden het ongewenst dat op de school van hun kinderen alleen Turkse kinderen zaten. Tijdens een werkbezoek (voorjaar 2004) aan de Viersprong lieten Marokkaanse moeders ons weten de wens te hebben dat hun kinderen naar een gemengde school zouden gaan. In andere steden hebben allochtone ouders dezelfde wens, zo blijkt uit een onderzoek van de SP onder bijna vijfhonderd Turkse en Marokkaanse Nederlanders (nota "hoe gaat het" SP). Hoewel de meeste ondervraagden op zich tevreden zijn met hun woning en de school van hun kinderen, geeft ruim 40 procent aan, te willen verhuizen naar een meer gemengde wijk, om daarmee de kans op een gemengde school voor hun kinderen te vergroten. Het belang van de kinderen, in het bijzonder het leren van de Nederlandse taal en de kans op integratie, is daarbij doorslaggevend. De overgrote meerderheid stelt dat de overheid zich meer zou moeten inzetten om gemengde scholen te bevorderen.

Het staat vast dat de groei van het aantal zwarte en witte scholen onverminderd doorgaat als het college geen maatregelen neemt. Daar is vrijwel niemand gelukkig mee. Zonder politieke bemoeienis kan de segregatie in het onderwijs niet worden tegengegaan. In deze notitie worden suggesties gedaan hoe binnen enkele jaren de segregatie in het Leidse basisonderwijs aanzienlijk kan worden beperkt.

2. Cijfers

De voorstellen in onze notitie zijn van toepassing op het basisonderwijs:

In Leiden bestaan 32 basisscholen (website gemeente Leiden d.d. 5 sept 2004).
Tweederde van de basisscholen is een bijzondere school.
Eenderde van de basisscholen is een openbare school.
Allochtone leerlingen zitten voor 38 procent op openbare en voor 62 procent op bijzondere scholen (uit: Leids Onderwijsachterstandenplan 2002-2006).

Zwarte scholen
Het aantal zwarte scholen neemt de laatste jaren snel toe; steeds meer scholen hebben tussen de vijftig en honderd procent allochtone leerlingen. Er is sprake van een zwarte school als het percentage allochtone leerlingen het gemeentelijke gemiddelde overschrijdt. Daarnaast spreekt men van zwarte scholen als meer dan vijftig procent van de leerlingen allochtoon is. Volgens die definitie zijn er in Nederland meer dan zeshonderd zwarte basisscholen. Steeds vaker echter wordt 70 of 75 procent als norm genomen; er zijn landelijk 322 basisscholen met meer dan 70 procent allochtonen. In Leiden is dat 13%. Doordat tegelijkertijd ook het aantal witte scholen toeneemt zal bij ongewijzigd beleid de segregatie in het basisonderwijs de komende jaren snel toenemen.

Groei zwarte basisscholen (minimaal 50 procent)
2003 : meer dan 600
2002 : 580
1999 : 500
1997 : 457

Ook in Leiden komen zwarte en witten scholen naast elkaar voor.
Op 13 van de in totaal 32 Leidse basisscholen maken allochtone kinderen bijna een kwart van het leerlingenbestand uit (uit: Leids Onderwijsachterstandenplan 2002-2006). In die categorie zijn er 4 openbare scholen met meer dan 70 procent leerlingen van allochtone afkomst en 3 openbare scholen waar autochtone kinderen vrijwel ontbreken. 3 openbare scholen in Leiden zijn nagenoeg ‘wit' ( bureau onderwijs Leiden ). De gegevens van de samenstelling van bijzondere scholen mocht ons niet verstrekt worden. Wellicht dat het aantal scholen waar allochtone leerlingen onder de 10% komt, nog hoger zal zijn, gezien het feit dat op bijzondere scholen, volgens het landelijke beeld, minder allochtone leerlingen zitten. Opmerkelijk is dat in bijvoorbeeld in de Merenwijk pikzwarte én spierwitte scholen staan. De samenstelling van het stadsdeel is dus veel gemengder dan de scholen.

3. Beleid en mechanismen

Hoewel segregatie in het onderwijs van alle tijden is, is er op dit moment een aantal elkaar versterkende ontwikkelingen gaande, zoals de groei van scholen met een hoog percentage achterstandsleerlingen, de toename van de ‘witte’ leerlingenvlucht naar scholen in randgemeenten of buitenwijken en strengere selectie bij toelating van leerlingen door scholen. Voorkomen moet worden dat er een nieuwe tweedeling ontstaat in het onderwijs waarbij segregatie langs levenbeschouwelijke, etnische en sociaal-economische lijn steeds vaker één-op-één samenvallen. Wie de gevaren van segregatie in het onderwijs onderkent, zal segregatie willen bestrijden en de integratie bepleiten.
Segregatie in het onderwijs ontstaat door een complex van factoren. Een aantal elkaar versterkende mechanismen dragen in het bijzonder bij tot segregatie:

a. Weigeren op basis van grondslag
Bijzondere scholen hebben het recht om leerlingen te weigeren, indien zij de grondslag van de school niet onderschrijven. Dit is het gevolg van artikel 23 van de grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs wordt geregeld. Omdat bijzondere scholen geen acceptatieplicht hebben, laat de wet dus ruimte om kinderen te weigeren.

b. Andere vormen van selectief toelatingsbeleid
Bijzondere scholen kunnen hun religieuze grondslag inzetten om allochtone leerlingen buiten de deur te houden. Dat hoeft niet direct via weigering te gaan. Het kan veel subtieler gebeuren, door bijvoorbeeld aan te geven dat het kind ‘niet past’ binnen de school. Ook kunnen bijzondere scholen percentages hanteren om de school wit te houden. Het komt voor dat bijzondere scholen -nadat men bijvoorbeeld 20 procent allochtone leerlingen heeft toegelaten- wat ‘strenger’ worden qua toelatingsbeleid.

c. De gewichtenregeling
Hoewel de gewichtenregeling aangepast zal worden en de werkelijke achterstand boven etniciteit komt te staan, was het tot voor kort wel zo dat een allochtone leerling recht geeft op meer middelen als een autochtone leerling. Maar deze gewichtenregeling trad pas in werking als de school meer dan 9 procent allochtone achterstandsleerlingen had. In de nieuwe gewichtenregeling blijft de drempel bestaan. Aangezien allochtone kinderen veelal ouders hebben met een lage vooropleiding, kunnen we aannemen dat allochtone kinderen wederom zullen zorgen voor meer middelen. Als een school allochtone achterstandsleerlingen verliest, krijgt deze dus ook minder middelen. Voor sommige zwarte scholen is dit een reden om autochtone ouders te ontmoedigen om hun kind naar hun school te sturen. Onbedoeld werkt dit beleid segregatie in de hand.

d. Huisvesting
Leiden kan een nieuw te bouwen school midden in een witte of zwarte wijk zetten. Daardoor ligt het voor de hand dat het geen gemengde school zal worden. Indien mogelijk, is het verstandiger om een school op het grensvlak van twee wijken te bouwen, opdat deze voor verschillende bevolkingsgroepen even goed bereikbaar is. Voor de wijk Roomburg is dit zeker aan te bevelen.

e. Witte vlucht
Het meest bekende mechanisme dat segregatie in de hand werkt is de zogenaamde ‘witte vlucht’. Dit proces waarbij autochtone ouders de zwarter wordende scholen ontvluchten, zien we inmiddels optreden bij Woutertje Pieterse en de Lorentzschool. Ouders brengen hun kind desnoods met de auto naar een verderop gelegen school, met alle problemen rond verkeerschaos van dien. Een deel van de meestal hoger opgeleide allochtone ouders vlucht inmiddels mee.
Uit onderzoek blijkt dat de witte vlucht vrijwel altijd ontstaat als scholen meer dan 40 procent allochtone leerlingen krijgen. Er zullen meer scholen zijn in Leiden die de witte vlucht opvangen, maar omdat we geen gegevens hebben van de bijzondere scholen, zijn hier geen uitspraken over te doen.

f. Hoge ouderbijdragen
Hoewel de ouderbijdrage vrijwillig is, kan deze gebruikt worden door scholen om kinderen van armere ouders buiten de deur te houden. Met enige drang wordt ouders gezegd dat betaling van de ouderbijdrage noodzakelijk is voor goed onderwijs. Ouders die niet kunnen
betalen zoeken vervolgens een andere school, omdat zij een ongemakkelijke situatie willen voorkomen.

g. Algemeen bijzondere scholen
Dit soort scholen (Jenaplan, Montessori, Vrije School) kunnen profiteren van hun relatieve onbekendheid bij allochtonen. Allochtone ouders kan verteld worden dat zij beter een andere school kunnen zoeken omdat ‘het systeem niet bij hen past’. Omgekeerd kunnen allochtone ouders deze scholen mijden omdat ze het onderwijstype niet kennen.

h. Extra voorzieningen
Allochtone leerlingen kunnen ontmoedigd worden om naar een witte school te gaan omdat men daar geen extra taallessen of begeleiding in huis heeft en onvoldoende ervaring met het verschil in ‘opvoedstijl’. Omgekeerd kan een zwarte school de komst van witte leerlingen ontmoedigen omdat zij het onderwijs juist specifiek op achterstandsleerlingen hebben afgestemd. Brede scholen (met veel extra welzijnsvoorzieningen) kunnen door autochtone ouders gemeden worden. Voorscholen (voor 2-4 jarigen) worden soms bewust aan een zwarte school gekoppeld. Het omgekeerde geldt voor naschoolse opvang die aan de witte school is gekoppeld en die vooral voor witte tweeverdieners interessant is.

i. Inschrijving
Sommige witte scholen stimuleren autochtone ouders om hun kind snel bij hen in te schrijven. De allochtone ouders zijn vervolgens te laat (de school zit ‘vol’), waardoor zij alleen nog naar de zwarte school kunnen. Autochtone ouders kunnen vanwege hun informatievoorsprong sneller de weg vinden naar bepaalde scholen.

j. Orthodoxe scholen
Orthodoxe scholen zoals reformatorische scholen, joodse scholen en islamitische scholen, zijn feitelijk zwarte of witte scholen die daarom hoe dan ook tot segregatie leiden.

4.Voorbeelden uit beleid voor gemengd onderwijs

Het ‘Vlaams model’Sinds het begin van de jaren negentig kent Vlaanderen een onderwijsbeleid dat er op is gericht om de integratie van allochtone leerlingen te optimaliseren en hun achterstand weg te werken. In het Vlaamse beleid maakt men gebruik van het achterstandsonderwijs. Het decreet betreffende gelijke onderwijskansen dat op 28 juni 2002 werd aangenomen in het Vlaams Parlement is conform de EU-richtlijn van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000. Deze richtlijn verplicht de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen, ongeacht godsdienst of etnische afstamming, en introduceert een aantal inhoudelijke verplichtingen waaraan door de lidstaten uiterlijk op 19 juli 2003 moest worden voldaan. De Europese Richtlijn stelt onder andere dat alle scholen verplicht zijn tot toepassing van het beginsel van gelijke behandeling:

1. Er wordt niet meer geregistreerd naar etnische afkomst; het enige criterium is de thuistaal.
2. Er is een onvoorwaardelijke recht op inschrijving in de school naar keuze (c.q. acceptatieplicht).
3. Er zijn Lokale Overlegplatforms opgezet inzake gelijke onderwijskansen

Postcodebeleid
Veel openbare en bijzondere basisscholen accepteren alleen kinderen die in hetzelfde
postcodegebied als dat van de school wonen, omdat anders de populaire 'witte' scholen in de binnenstad worden overspoeld met aanmeldingen uit andere stadsdelen. Uit berichtgeving blijkt echter dat de onvrede bij ouders hierover groeit. Een ander bezwaar tegen een postcodebeleid is dat het niet werkt in concentratiewijken. In Amsterdam komt zelfs voor dat juist het postcodebeleid er toe leidt dat ouders bereid zijn te verhuizen om hun kind op de populaire witte school onderwijs te laten volgen. Zo kan postcodebeleid in het onderwijs zelfs tot versterking van de segregatie in wonen leiden.

5. Voorstel gemengde scholen

Kabinetsbeleid
De Commissie Blok adviseert segregatie tegen te gaan door het vergroten van keuzemogelijkheden en het maken van niet-vrijblijvende afspraken tussen gemeenten en scholen. In de bekostigingssystematiek van scholen zouden prikkels moeten worden opgenomen om integratie te bevorderen.
Het Kabinet streeft naar gemengde scholen, maar wil geen afgedwongen spreiding van leerlingen. De vrijheid van onderwijs staat voor het kabinet niet ter discussie. Die vrijheid geldt ook voor het islamitisch onderwijs, op voorwaarde dat dit voldoet aan deugdelijkheideisen en zich voegt naar de principes van de democratische staat.
Meer menging van leerlingen naar herkomst wil het kabinet bereiken door middel van niet vrijblijvende afspraken tussen gemeenten en schoolbesturen over de plaatsing van leerlingen. Bezien wordt of in het bekostigingssysteem voor scholen prikkels kunnen worden ingebouwd die concentratie ontmoedigen en menging bevorderen. (…) Het stellen van een maximum aan het aantal leerlingen waarvoor extra middelen worden toegekend is een middel om het effect van onbedoelde segregatie tegen te gaan.
De SP vindt dit een goede stap in de goede richting maar vindt het nog steeds te vrijblijvend.

SP-plan
In navolging van de situatie in Vlaanderen (zie hoofdstuk vier) stellen wij voor dat scholen en gemeenten binnen regionale samenwerkingsverbanden bindende afspraken maken om tot gemengde scholen te komen. Uitgangspunt daarbij is een hechte samenwerking tussen schoolbesturen en gemeenten. Daartoe wordt in iedere regio een gemeentelijk inschrijfpunt (GIP) opgericht waarin alle basisscholen de verplichting hebben te participeren.
Ouders met een kind dat naar groep 1 van de basisschool gaat, melden zich aan bij het inschrijfpunt, om vervolgens in goed overleg tot een verantwoorde schoolkeuze te komen. Iedere school werkt met twee wachtlijsten: één voor achterstandsleerlingen en één voor leerlingen zonder achterstand. De coördinator van het inschrijfpunt is eindverantwoordelijk voor een evenredige verdeling van leerlingen over de diverse basisscholen met diversiteit (achterstand, religie, taal, etniciteit) als uitgangspunt. Leerlingen kunnen niet meer rechtstreeks bij de school naar keuze ingeschreven worden. Het grote voordeel van het werken met een GIP is dat mechanismen die anderen uitsluiten worden tegengaan en oneigenlijke instrumenten die leiden tot uitsluiting niet meer gehanteerd kunnen worden.
Omdat de leerlingtoewijzing via het GIP plaatsvindt, is het voor een school geen keuze zich niet aan te sluiten. Er vindt dan immers geen leerlingverwijzing meer plaats. Als een school zich niet houdt aan de afspraak, kan de financiering van de school stopgezet worden.
Ook in het geval over tussentijds overstappen wenden ouders zich tot het GIP waar de plaatsing op een andere school (bijv. in verband met verhuizing) gecoördineerd zal worden.

Puntsgewijs overzicht van de leerlingtoewijzing:
- Alle basisscholen binnen Leiden worden verplicht aangesloten bij het gemeentelijk inschrijfpunt. Weigeren betekent dat de school geen leerlingen meer krijgt.
- Het inschrijfpunt publiceert jaarlijks een brochure met informatie over de scholen in de regio.
- Het inschrijfpunt krijgt coördinatoren aangesteld door de gemeente. De coördinatoren berekenen het percentage leerlingen met achterstand per cluster van wijken binnen de gemeente. Op grond daarvan maken de schoolbesturen afspraken over de verdeling van leerlingen met en zonder achterstand
- De ouders melden zich met hun kind bij het inschrijfpunt, waar men wordt voorgelicht over het scholenaanbod in de regio.
- De ouders krijgen een coördinator toegewezen waar ze zich altijd toe kunnen wenden met vragen of klachten.
- Ouders kunnen aan de hand van een lijst hun voorkeur opgeven voor het soort onderwijs zoals onderwijskundige vernieuwingsconcepten (Montessori, Jenaplan, etc.), schoolgrootte, ligging, denominatie.
- Alle basisscholen laten kinderen toe tot het afgesproken percentages van zowel de achterstand als niet-achterstandsleerlingen. De achterstand van de leerling wordt gebaseerd op de thuistaal en op het opleidingsniveau van de ouders.
- Als het streefpercentage leerlingen van één van de twee wachtlijsten op een school is bereikt, wordt ouders van de eerstvolgende leerling van die categorie gevraagd een ander keuze te maken.
- Ouders behouden dus vrije schoolkeuze, tenzij de school vol is, zoals nu ook het geval is
- Het kan uiteraard zijn dat gewilde scholen daardoor veel meer aanmeldingen krijgen dan niet gewilde (bv niet al overwegend zwarte) scholen. Het inschrijfpunt spant zich dan in om met de succesvolle school en de school die weinig aanmeldingen krijgt, en ouders, afspraken de maken.
- Er komt een onafhankelijke klachtenregeling

Orthodoxe scholen
Feitelijk is het zo dat orthodoxe scholen volledig ‘zwarte’ of ‘witte’ scholen zijn.
Orthodoxe scholen, zoals reformatorische scholen, joodse scholen en islamitische scholen, zullen ook verplicht worden te participeren in het Gemeentelijk Inschrijfpunt.
Omdat het niet te verwachten is dat allochtone ouders nu kiezen voor een gereformeerde school – en autochtone ouders voor een islamitische school- zal deelname er in de praktijk niet toe leiden dat ze een bijdrage leveren aan gemengd onderwijs.
Wij willen niet dat er nog meer van dergelijke éénzijdige scholen bijkomen. Want deze scholen leveren geen bijdrage aan gemengd onderwijs: het zijn segregatiescholen. De bestaande scholen kunnen hun onderwijs voortzetten maar zouden zich eens goed moeten beraden op de gevolgen van hun opstelling voor het door de samenleving breed gewenste integratieproces.
Van alle nieuw te stichten scholen kan en moet wel geëist worden dat er een bijdrage geleverd wordt aan gemengd onderwijs. Binnen artikel 23 is het mogelijk dit als deugdelijkheidseis te stellen aan scholen. Dat zal ertoe leiden dat de huidige orthodoxe scholen blijven bestaan, maar dat er geen nieuwe bijkomen, oftewel er feitelijk een moratorium komt op scholen die niet meewerken aan het mengen van het onderwijs.

Afschaffen ouderbijdrage
Om te voorkomen dat een hoge ouderbijdrage van een school ouders afgeschrikt, wordt de ouderbijdrage op termijn afgeschaft. Tot die tijd zal de vrijwillige ouderbijdrage aan een maximum verbonden.

Acceptatieplicht
Om samen naar school gaan te behouden, respectievelijk te bevorderen, moeten de gemeente Leiden de scholen een acceptatieplicht opleggen. Invoering van een acceptatieplicht voorkomt dat de Nederlandse politiek een lange, principiële en weinig vruchtbare discussie over art. 23 van de Grondwet moet gaan voeren. Niet de vrijheid van onderwijs als zodanig is immers het probleem; hét grote probleem is scholierensegregatie.
Het is goed mogelijk om binnen artikel 23 een acceptatieplicht in te voeren. Sterker nog, dan wordt er echt uitwerking gegeven aan de keuzevrijheid van de ouders, omdat er geen reden is voor een kind om geweigerd te worden.

Tot slot
Met deze nota hoopt de SP een goede basis te leggen voor het komen tot gemengd basisonderwijs in Leiden. Door het invoeren van een gemeentelijk inschrijfpunt denken wij ouders meer te betrekken bij de schoolkeuze voor hun kind en de integratie te bevorderen. Ook een acceptatieplicht voor alle basisscholen, het maximeren van de vrijwillige ouderbijdrage zal bijdragen aan het voorkomen van de nieuwe tweedeling in het onderwijs waarbij segregatie langs levensbeschouwelijke, etnische en sociaal-economische lijn steeds vaker één-op-één samenvallen.
Het onderkennen van de gevaren, betekent segregatie bestrijden en integratie bepleiten. Gemengd onderwijs is hier onlosmakelijk aan verbonden. De politiek heeft zich hierover uitgesproken. Nu is het de tijd om de scholen de verplichting op te leggen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving.
Op weg naar gemengde scholen in het Leidse basisonderwijs!

U bent hier