Leiden

Het Leidse SP-gemeenteraadslid Louk Rademaker heeft bij de Europese Commissie een klacht ingediend tegen de gemeente Leiden. De SP stelt dat de verkoop van de Vrijplaats aan een projectontwikkelaar onrechtmatige staatssteun is. Het betreft een bod van 150.000 euro voor panden aan de Hooglandse Kerkgracht en de Koppenhinksteeg, die gebruikt worden door de Vrijplaats. Ook de Stichting Vrijplaats Koppenhinksteeg heeft een klacht gemeld. Als de klacht in behandeling is, wordt de verkoop stilgelegd in afwachting van de uitspraak uit Brussel.

In 2008 werden de vier panden in opdracht van Ons Doel nog getaxeerd op 685.000 euro. In datzelfde jaar stelde de gemeente de WOZ-waarde van het complex vast op 1,3 miljoen euro. “Het geaccepteerde bod van een projectontwikkelaar staat daarmee in schril contrast,” stelt Louk Rademaker. “Er is sprake van steun tussen de 535.000 en 1.150.000 euro, en dàt van gemeenschapsgeld.”

Daarnaast heeft het college besloten geld te geven aan ontwikkelaar Atrium voor onderzoeken, bodem- en asbestsanering, zo staat in het koopcontract. Het college betaalt de eerste 130.000 euro. Het is al zeker dat in het pand asbest is, alleen hoeveel is nog de vraag. Bovendien is het college aansprakelijk voor het onderhoud aan de walmuren. Deze kostenposten maken de staatssteun alleen maar groter, zo stelt de SP.

Verantwoordelijk wethouder Van Woensel heeft tijdens het spoeddebat over de verkoop op 8 juli verklaard dat de verkoopprocedure een onvoorwaardelijke biedprocedure is geweest. Zo'n procedure moet vergelijkbaar zijn met een veiling. Volgens de SP is dat echter niet het geval. Zij wordt hierin gesteund door advies van verschillende juristen. “Het college heeft bijvoorbeeld hogere biedingen dan 150.000 afgewezen, en er waren allerlei voorwaarden voor kopers,” zegt Rademaker.

Ook heeft de burgemeester persoonlijk gezegd dat “we het leukste ontwerp uitkiezen”. In schriftelijke vragen vroeg de SP wat met die uitspraak wordt bedoeld. Rademaker: “Het antwoord luidde dat ze niet alleen naar het hoogste bod keken. En dus is het proces niet vergelijkbaar met een veiling zoals Europa het heeft bedoeld.” Letterlijk luidt het antwoord van het college: “Het kan dus zo zijn dat wij niet kiezen voor de hoogste bieding, omdat wij de kwaliteit van een andere bieding hoger inschatten.”

Andere argumenten zijn dat de het aanbod van de panden niet herhaaldelijk onder de aandacht is gebracht. De hele verkoopprocedure was niet transparant en openbaar, zo stelt de SP. “Eerst stelt het college dat ze 'een selecte groep' gaan benaderen,” zegt Rademaker. “Daarna is het aanbod van de panden verschenen op de website van een makelaar. Maar om een bod te kunnen uitbrengen, moest een bieder toegang hebben tot een afgeschermde site, de 'bidroom'. De voorwaarden voor toegang tot die 'bidroom' zijn niet bekend gemaakt. Dat is niet openbaar te noemen, maar een schimmige procedure!”

Er zijn verschillende biedingen afgevallen omdat deze niet voldeden aan de criteria van het college. Die criteria zijn echter pas achteraf bekend geworden door vragen van de SP. Eén van de voorwaarden was dat drukkerij Nautilus (huurder van Koppenhinksteeg 6) als eerste de begane grond van Koppenhinksteeg 4 aangeboden zou krijgen. Om deze reden is het bod van de Stichting Vrijplaats Koppenhinksteeg afgekeurd. In de plannen van de nieuwe koper, Atrium, is de drukkerij in zijn geheel verdwenen, maar het bod is wél geaccepteerd.

“Het is ongelooflijk,” zegt Rademaker, “In de schetsplannen van Atrium staan op nummer 4 en 6 appartementen getekend en geen drukker. Als het college zich aan de eigen regels had gehouden had zij deze plannen afgekeurd, maar ze doet het tegenovergestelde! Dat is meten met twee maten en oneerlijk. Het oordeel is nu aan de Europese Commissie.”

Louk Rademaker, lrademaker@tomaatnet.nl, tel 06-25 56 33 89 of Julian van der Kraats, jvdkraats.sp@gmail.com, tel 06-15042822