h

SP-wethouder stuurt brandbrief over Jeugdzorg met collega bestuurders

30 september 2013

SP-wethouder stuurt brandbrief over Jeugdzorg met collega bestuurders

SP-wethouder stuurt brandbrief over Jeugdzorg met collega bestuurdersWethouder Roos van Gelderen (SP) heeft namens de 15 wethouders van de regio Holland Rijnland de noodklok geluid bij het kabinet. Uit berekeningen van gemeenten blijkt dat de bezuinigingen op de jeugdzorg maar liefst 10% hoger zijn dan verwacht. Dat is volgens de SP en de wethouders onverantwoord.
Eerder trok SP-raadslid Eva de Bakker al aan de bel om duidelijkheid te krijgen over de bedragen waarmee Leiden moet werken. 'Als in 2015 de gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg mogen er geen kinderen tussen wal en schip vallen,' sprak De Bakker in de gemeenteraad. 'De bezuinigingen van de landelijke overheid zijn al enorm. Het is de vraag of de gemeente de jeugdzorg op een veilige en verantwoorde wijze kan uitvoeren, als er ruim een half miljard euro wordt bezuinigd op de meest kwetsbare kinderen en gezinnen.'

Wethouder Van Gelderen beaamde dat het tijd was voor protest en dat zij duidelijkheid zou eisen over de bezuinigingen.

Geachte heer van Rijn, geachte heer Teeven,

De 15 gemeenten in de regio Holland Rijnland (Zuid-Holland Noord) werken al sinds 2006 nauw samen bij het verbeteren van de jeugdzorg. Aanleiding destijds was het overlijden van Savanna in onze regio.
Gemeenten hebben daarbij directe en nauwe samenwerking gezocht met de provincie, zorgpartijen, onderwijs en het veiligheidsdomein.
In de afgelopen jaren hebben we met elkaar veel bereikt bij het verbeteren van de zorg aan onze jeugd. We hebben de verwijsindex ingevoerd en hebben gezamenlijk gewerkt aan het opzetten en uitbouwen van de Centra voor Jeugd en Gezin. Er wordt nauw samengewerkt met politie en onderwijs en er is veel geïnvesteerd in vroegsignalering.

Door de ontwikkeling en implementatie van de werkwijze één gezin één plan liep onze regio voorop met het realiseren van meer samenhang in de hulp, meer samenwerking tussen instellingen en een sterkere positie van het gezin bij de oplossing van problemen.
Het was dan ook vanzelfsprekend dat wij de transitie van de jeugdzorg als regio ter hand zouden nemen, wederom in co- productie tussen gemeenten en uitvoeringspartners.
Er is een regionale visie op jeugdhulp vastgesteld en er is een regionaal toekomstmodel ontwikkeld dat momenteel door alle betrokken partijen wordt uitgewerkt.

Het toekomstmodel voorziet o.a. in integrale teams voor jeugd en gezin. De teams werken gebiedsgericht, bieden triage, basis diagnostiek en ambulante zorg en kunnen waar nodig specialistische zorg inzetten. Ze werken nauw samen met onderwijs, huisartsen etc. Het toekomstmodel bevat veel inhoudelijke en organisatorische vernieuwing (transformatie) en wordt door alle betrokken partijen stevig omarmd.
Ook bij het opstellen van het transitiearrangement hebben we de handen ineen geslagen.
Het helpt dat we een gezamenlijk toekomstmodel hebben, als stip aan de horizon, van waaruit we werken bij het ontwerpen van het transitiearrangement.

We lopen echter tegen een aantal enorme belemmeringen aan die ons zorgen baren en die we graag met u willen delen.

In de regio is, voorafgaand aan de publicatie van de meicirculaire, een startfoto gemaakt van de huidige regionale budgetten in de jeugdzorg. Dat is in nauwe samenwerking met alle huidige financiers uitgevoerd.
Deze startfoto laat een verschil zien tussen de bedragen in de meicirculaire en de huidige budgetten voor de hele regio van 14 tot 28 miljoen. Dat is dus veel meer dan de landelijke bezuiniging van 4, 6 en 5% en meteen in het eerste jaar al ongeveer 15%.
De VNG heeft in haar reactie op het “conceptrapport Rekenkamer toets macrobudget decentralisatie jeugdzorg” al aangegeven dat de bezuiniging hoger is door landelijke bezuinigingen op de AWBZ en PGB’s, waardoor sprake is van een cumulatie van bezuinigingen op het jeugddomein.

Hoewel er nog veel onduidelijkheid is over de hoogte van het macrobudget, kunnen wij in ons transitiearrangement niet anders dan uitgaan van de bedragen zoals ze in de meicirculaire van 2013 staan.
Dat betekent dat we direct in 2015 al te maken hebben met een korting op de huidige budgetten van circa 15%.
Als we de verdeling uit het landelijk verdeelmodel zouden toepassen op onze instellingen betekent dat voor de provinciale jeugdzorg een korting van circa 10% maar bij de GGZ en LVB circa 30%. Dergelijke percentages leiden tot hoge frictiekosten of het “omvallen” van organisaties. Daarmee komt niet alleen de zorg voor jeugd en gezinnen in gevaar maar ontstaan er ook grote maatschappelijke gevolgen door het wegvallen van banen en werkgelegenheid, die niet op te lossen zijn door principes als mens volgt werk of door uitruil van personeel.

U kunt in ons transitiearrangement lezen dat we in gezamenlijkheid werken aan een groot aantal inhoudelijke en organisatorische verbeteringen en besparingen. Instellingen hebben al geanticipeerd op de te verwachten kortingen door gebouwen af te stoten of te verhuizen, door personeelsstops af te kondigen, door het plannen van fusies en door nog intensiever samen te werken. Al deze maatregelen zullen echter niet voldoende zijn om zo’n enorm kortingspercentage op te vangen.

Daarmee ontstaat een situatie waarin we de zorg en de kwaliteit van jeugdhulp niet meer kunnen garanderen en dat betekent veel voor de kinderen en gezinnen die onze hulp nodig hebben. Er zal ook geen ruimte zijn om de noodzakelijke investeringen voor innovatie te doen. Wij kunnen ons niet voorstellen dat dit ooit de bedoeling van de transitie is geweest.
We constateren dat we met elkaar in een fuik dreigen te belanden waar we niet meer uit komen. Daarom is het in wezen onmogelijk om een goed transitiearrangement af te sluiten.
We kunnen dat wel als de besparingen in het jeugddomein inderdaad beperkt blijven tot 4, 6 en 5% de komende drie jaar ten opzichte van de budgetten uit 2012. Daaraan committeren wij ons gezamenlijk graag.

Wij hopen dat ons signaal en onze zorgen tot landelijke maatregelen zullen leiden om deze onwenselijke situatie zoveel als mogelijk te corrigeren.

Hoogachtend,

R. van Gelderen, voorzitter stuurgroep ketenaanpak jeugd Holland Rijnland en wethouder Leiden
Namens de gemeenten in Holland Rijnland
M.H. du Chatinier, wethouder Alphen aan den Rijn
C.M.L. Lambrechts, wethouder Teylingen
I.G. Mostert, wethouder Katwijk

Namens de instellingen
F. Fillekes, directeur specialistische behandeling Ipse de Bruggen
G.J. Hoogeland, bestuurder Cardea Jeugdzorg
J. van Kranendonk, bestuurder Bureau Jeugdzorg Haaglanden Zuid Holland
E.A.M. Laarhoven, bestuurder GGZ Rivierduinen
H. du Prie, bestuurder Horizon Jeugdzorg
E.M. Reinhard, directeur-bestuurder Curium LUMC
L. Schermer, directeur Brijder
R. Verkuylen, bestuurder Kwadraad

Meer informatie: Eva de Bakker, edebakker@sp.nl, 06-14040592

U bent hier