h

Pop- en wereldmuziek in de gemeenteraad

3 maart 2006

Pop- en wereldmuziek in de gemeenteraad

Het is inmiddels vijf over twaalf voor de popmuziek in Leiden; de X dreigt al te verdwijnen, de Q-bus kan niet meer programmeren en moet zijn programmeur ontslaan, en het LVC valt zowat uit elkaar. De SP knokt al jaren voor de muziekpodia in Leiden, in de raad maar ook met acties (bijvoorbeeld met het protestival), en nu ook weer bij de laatste raadsvergadering vóór de verkiezingen. De SP diende samen met Groen Links een motie in om pop- en wereldmuziek op te nemen in de cultuurnota (aangezien een visie daarop ontbreekt), en om de diversiteit van die muziek te waarborgen. In de nieuwe cultuurnota draait alles om toerisme, en er is veel te weinig aandacht voor cultuur voor de Leidenaren zelf. De motie is aanvaard, dus de cultuurnota wordt aangepast. Er was die avond meer te doen rond pop- en wereldmuziek, want de PvdA en het CDA hadden een plan op de agenda gezet.

Na jaren van onverschilligheid toverden de PvdA en het CDA kort geleden een nieuw plan voor de poppodia van Leiden uit de hoge hoed; de kleine podia inclusief het LVC zouden moeten worden opgedoekt, en met z’n allen in een nieuw te bouwen pand op de plaats van het belastingkantoor moeten gaan zitten, of misschien in het Nobel-complex. De raad (minus SP en GL) heeft helaas besloten dit plan verder te onderzoeken, en daar 25.000 euro voor uit te trekken. Dit bedrag komt uit het geld dat eerder was gereserveerd voor de realisering van de nieuwbouw van het LVC in het Aalmarktproject. Leiden is niet de eerste stad die probeert haar popcultuur in één groot complex te bundelen. Dit is bijvoorbeeld ook gebeurd in Almere (Muzinq, kosten 12 miljoen, nu failliet), Breda (Mezz, kosten 5,5 miljoen, maar geen geld meer voor airconditioning), Eindhoven (Effenaar, 14 miljoen) en Haarlem (Patronaat, 10 miljoen). Er zijn onoverkomelijke nadelen in dit plan:

  • De verschillende podia in Leiden hebben een eigen gezicht, een eigen publiek en een eigen scene, verschillende genres en enthousiaste vrijwilligers. Alles in één nieuw gebouw betekent verlies van een eigen plek en van herkenbaarheid. Dit is slecht voor de diversiteit van de verschillende scenes, en voor de motivatie van de vrijwilligers, die hun door vele jaren hard werk opgebouwde ding zien opgaan in iets heel anders.
  • Als er maar 2 podia zijn (in één gebouw) in plaats van 5 of 6 is er dus minder plek op de goede avonden (met goede omzet). Dit zal vooral ten koste gaan van de kleine podia, die dan niet meer op vrijdag en zaterdag kunnen draaien.
  • Dit voorstel betekent wéér vertraging, wéér heel lang niks doen, en dan is het voor sommige podia gewoon te laat. Het belastingkantoor staat er nog voorlopig, het is nog niet aangekocht, laat staan dat er iets is gebouwd. Het alternatief, het Nobel-complex, is aan de kleine kant om alle podia te huisvesten.
  • Het financiële plaatje wordt veel rooskleuriger voorgesteld dan het is. Er is nog geen enkel zicht op financiering, behalve de 3,5 miljoen die voor de nieuwbouw van het LVC in het Aalmarktproject is gereserveerd. Over het algemeen liggen de kosten van een groot poppodium tussen de 7,5 en de 12,5 miljoen. Maar daarna is er nog de exploitatie. In andere steden blijkt dat na nieuwbouw nogal tegen te vallen (3 ton per jaar in Breda, 2 ton extra per jaar na verbouwing in Tilburg, 2 tot 3 ton per jaar extra voor Het Paard in Den Haag na verbouwing).

De SP pleit voor het versterken van de huidige popcultuur in Leiden, met een nieuw LVC in het centrum, en een structurele oplossing voor de kleine podia die recht doet aan de diversiteit en eigenheid van deze organisaties!

U bent hier