Leiden

Bij de totstandkoming van de Sportnota in 2006 hebben verschillende partijen zich sterk gemaakt voor schoolzwemmen. De SP is een voorstander van schoolzwemmen, al hoeft leszwemmen niet persé onder schooltijd plaats te vinden. Het college van B&W heeft op vraag van de gemeenteraad een kosten- en batenanalyse opgesteld over schoolzwemmen en trekt daaruit de conclusie dat schoolzwemmen in Leiden niet opnieuw moet worden ingevoerd. VVD en SP laten het hier echter niet bij zitten en hebben gisteren besloten gezamenlijk aan een initiatiefvoorstel te gaan werken.

“In een stad als Leiden met zoveel water is het belangrijk dat kinderen leren zwemmen,”zegt SP-raadslid Eva de Bakker. “Tegelijkertijd moet je rekening houden met de betrokkenen die het uit zullen voeren. De SP wil een win-win-win-situatie krijgen, waarbij de belangrijkste winst is voor het kind, dat leert zwemmen.”

De kosten- en batenanalyse
In 1996 is schoolzwemmen in Leiden afgeschaft vanwege bezuinigingen. Schoolzwemmen kent financiële en maatschappelijke kosten, maar ook opbrengsten. Denk hierbij aan het bevorderen van sportdeelname en een gezonde levensstijl, maar ook het terugdringen van de financiële tekorten bij zwembaden. Aan de andere kant is het zo dat zwembaden op bepaalde uren minder toegankelijk zijn voor andere zwemmers, omdat kinderen les hebben, en dat zwemverenigingen inkomsten mislopen. Het college heeft deze kosten en baten op een rijtje gezet, maar gebruikt daarvoor cijfers die 12 jaar oud zijn.

Daarnaast blijkt uit de analyse dat de meeste ouders zelf de verantwoordelijkheid nemen om hun kinderen te leren zwemmen, maar er is nog altijd een groep die niet wordt bereikt. In 1997 waren dat 350 Leidse kinderen. Door het afschaffen van het schoolzwemmen is het aantal gebruikers van zwembaden afgenomen.

De gemeente uit vooral praktische bezwaren tegen schoolzwemmen. Zo zou er bij het Sportbedrijf te weinig tijd zijn om leszwemmen te kunnen coördineren. En kan het Sportbedrijf maar tot 16:00 uur de organisatie voor haar rekening nemen.

Mogelijkheden en meningen van betrokkenen
De meningen van betrokkenen zijn gepeild bij verschillende mogelijkheden om schoolzwemmen weer in te voeren. Er zijn twee mogelijkheden onderzocht. De eerste is het herinvoeren van schoolzwemmen op alle basisscholen zoals dat vroeger was. Per week zullen komt dat neer 32,5 lesuur in zwembaden en de kosten bedragen ± 256.000 euro.
Bij dit scenario vrezen de zwemverenigingen inkomstenverlies. Ook de scholen zien dit scenario niet zitten. Schoolzwemmen kost namelijk veel tijd. Er gaat niet alleen tijd verloren aan het heen en weer gaan naar een zwembad, ook de rest van de dag zijn kinderen vaak moe of kunnen zich minder concentreren. Schoolzwemmen zou daarmee volgens de scholen ten koste gaan van de leertijd.

Een tweede mogelijkheid is het invoeren van schoolzwemmen als naschoolse opvang voor kinderen die geen zwemdiploma hebben. Dat betekent wekelijks 28,5 lesuren en kost ± 231.000 euro. Over dit scenario zijn de scholen aanmerkelijk positiever. Zij vinden schoolzwemmen namelijk een zinvolle activiteit, het liefst na schooltijd in de wijk waar de leerlingen wonen. Ook de zwemverenigingen hebben aangegeven mee te willen denken over naschoolse zwemlessen waar ze bij betrokken zijn. Voor zwembaden levert deze variant een stijging in de exploitatie.

De SP ziet mogelijkheden om toch te komen schoolzwemmen als naschoolse opvang. “Zolang er nog kinderen en ouders zijn die niet worden bereikt, moet er wat aan gedaan worden,” zegt De Bakker. “Als het college dat niet wil, dan doen we het zelf. Zo heb ik het idee geopperd voor een gezamenlijke campagne van scholen, zwemverenigingen en de gemeente om die groep kinderen, en dan vooral de ouders, toch te bereiken. Het mag niet zo zijn dat door praktische problemen binnen de gemeente deze kinderen aan de kant blijven staan.”

Het stuk van het college is hier te vinden.
Een eerder bericht over de sportnota:
Meer informatie bij: Eva de Bakker, edebakker@sp.nl of 06- 41 32 40 75